18 December 1897. 371 Het voorstel van den heer Van Dam wordt voldoende ondersteund en maakt alzoo een onderwerp van beraadsla ging uit. De heer Rombouts verklaart zich tegen het voorstel van den heer Van Dam en meent, dat nu reeds de plaats kan worden aangewezen, te meer omdat volgens het besluit de faculteit bestaat daarvan ten allen tijde af te wijken. De heer Van Dam repliceerende, wijst erop, dat met het voorstel wordt beoogd, aan de ingezetenen de gelegenheid te geven de aandacht van den raad te vestigen op nog andere geschikte plaatsen in de gemeente. De raad kan daaruit later dan eene keuze doen. De voorzitter geeft in overweging, in verband met de gevoerde beraadslagingen, om in art. 2 van het ontwerp besluit de woorden »ter plaatse van den Nieuwe Haagdijk of in eenig ander gedeelte der gemeente" te doen vervangen door de woorden »ter plaatse door den gemeenteraad aan te wijzen." De heer Van Dam verklaart zich bereid de door den voor zitter voorgestelde redactie tot wijziging van art. 2 van het ontwerp-besluit over te nemen. Het voorstel van den heer Van Dam wordt alsnu in stem ming gebracht en aangenomen met '11 tegen 5 stemmen. Vóór stemden de heeren Nelissen, Slechtriem, Rees, Lijdsman, Van Dongen, Teychiné, IngenIIousz, Heijlaerts, Witsenborg, Van Dam en de voorzitter. Tegen waren do heeren Van Hal, Staal, Sassen, Rom bouts en Scheltus. Het betrokken ontwerp-besluit, gewijzigd overeenkomstig

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 371