18 December 1897. 373 »Ten aanzien van liet adres van den inspecteur van politie, »hebben wij de eer het volgende onder Uwe aandacht te «brengen «Eerstens is de jaarwedde van dezen ambtenaar niet ver- xhoogd, tijdens aan den commissaris van politie en aan het «agenten-personeel eene hoogere jaarwedde is toegekend. «Tweedens was hij vroeger tevens marktmeester, zoodat hij «samen genoot ƒ1100,te weten ƒ900,als inspecteur en «ƒ200,als marktmeester. Toen echter de raad de betrek- «king van marktmeester wilde gescheiden zien van die van «een politie-beambte, werd zijne wedde gebracht op ƒ1000,- «zoodat hij een verlies onderging van ƒ100,per jaar. «Bovendien heeft hij reeds meer dan veertien jaren dienst «in deze gemeente. «Na overweging van het bovenstaande, hebben wij ge- «meend, dat er termen bestaan de jaarwedde van den in- «specteur van politie met honderd gulden te verhoogen, en «zulks te meer, omdat de inspecteur bij afwezigheid of «ontstentenis van den commissaris dezen moet vervangen, en «hij met het geheele personeel deelt in den schier rusteloozen «dienst. «Met alle deze verhoogingen worden de uitgaven slechts «verzwaard met 445,te weten: «inspecteur 100, «5 hoofdagenten ƒ15,75, «27 agenten 10,- 270, «De voorbedoelde adressen keeren hierbij aan U terug." De voorzitter stelt dit punt aan de orde. De heer Teychiné zegt, dat de jaarwedden van de hoofd agenten niet in verhouding staan met die van de overige agenten van politie en dat op grond daarvan de voorgestelde verhooging zijne goedkeuring niet kan wegdragen. De hoofdagenten hebben een geheel anderen werkkring dan de agenten;' van hen worden meer algemeene ontwikkeling en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 373