374 18 December 1897.
meerdere kennis van politiezaken gevorderd, zoodat het
alleszins billijk is eene betere \erhouding in het leven te
roepen. Naar aanleiding daarvan stelt spreker voor de
jaarwedde van de hoofdagenten van politie te verhoogen
met f 40,en alzoo te brengen op f 725,
De heer Rombouts verklaart zich tegen verhooging van
de jaarwedden van de hoofdagenten en agenten van politie.
In 1891 werden de wedden verhoogd met f 50,in 1894
andermaal met f 50,— voor de agenten en f 75,voor de
hoofdagenten. De salarissen zijn daardoor op een peil
gebracht, geheel in overeenstemming met de diensten, die
van hen gevorderd worden. Bovendien worden onze agenten
hooger bezoldigd dan in Dordrecht en meer andere plaatsen,
weshalve de wedden, in concurrentie met andere gemeenten,
volkomen bevredigend kunnen genoemd worden. Spreker
zal dus thans stemmen tegen elke verhooging van jaarwedde.
De heer Heylaerts wijst erop, dat hij door den aard
zijner betrekking meermalen in de gelegenheid is kennis
te nemen van de zware en vermoeiende diensten, die van
de politie gevorderd worden, zoodat hij gaarne eene billijke
verhooging zal steunen, overtuigd als spreker is van de
noodzakelijkheid, dat de diensten naar behooren moeten
beloond worden. Ook kan spreker medegaan met het
voorstel van den heer Teychiné, omdat de hoofdagenten,
die intellectueel beter ontwikkeld moeten zijn dan de overige
agenten, bovendien nog een zeker prestige moeten uitoefenen.
De heer Witsenborg wenscht voorop te stellen, dat hij
weinig met de politie in aanraking komt en dus niet ge
noegzaam in staat is over de diensten der politie te kunnen
oordeelen. In ieder geval zullen burgemeester en wethouders
en speciaal de burgemeester, als hoofd der politie, daartoe
wel voldoende in staat zijn.
Intusschen kan spreker niet geheel medegaan met het
voorstel van burgemeester en wethouders. De inspecteur