376
18 December 1897.
daarbij nog wijzende op Zwolle en Kampen, alwaar de wedde
der hoofdagenten minder bedraagt dan die van de agenten
lste klasse alhier. Ten aanzien van dit adres geeft spreker
derhalve in overweging het verzoek van de hand te wijzen.
De voorzitter wijst erop, dat nog onlangs het reor
ganisatieplan der politie is behandeld, waarbij is bepaald,
dat de jaarwedden van het politiepersoneel bij raadsbesluit
zullen worden geregeld. Spreker acht thans het oogenblik
niet geschikt om eene nadere regeling der jaarwedden ter
hand te nemen, zooals door den vorigen spreker is voor
gesteld.
De heer Witsenborg meent, dat daartoe geen beter oogen
blik bestaat, nu door de betrokken ambtenaren gezamenlijk
een verzoekschrift om verhooging van wedde is ingediend.
De heer Van Dam wenscht aan den heer Witsenborg in
overweging te geven zijne voorstellen schriftelijk in te dienen
en voorts de behandeling ervan tot eene volgende vergade
ring aan te houden. Spreker acht zich thans niet genoeg
zaam in staat de waarde dier voorstellen te kunnen
beoordeelen.
De heer Witsenborg wil gaarne aan dat verzoek voldoen,
doch wijst erop, dat zijne voorstellen niet zoo ingrijpend
zijn. Voor den inspecteur betreft het eene meerdere uitgaaf
van f 100,en voor de hoofdagenten iets meer. Hoogstens
zal het eene kwestie zijn van f 400,waarover de zaak
loopt.
De voorzitter vraagt, of het voorstel van den heer
Van Dam wordt ondersteund.
De heer Bloemarts verklaart zich daartoe wel bereid, doch
meent, dat het beter ware geweest dat over elk adres een
afzonderlijk prae-advies ware uitgebracht. De billijkheid, zegt