390 18 December 1897. 19. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 11 December 1897, n°. 1352, daarbij, naar aanleiding van de in de vergadering van 13 November 1897 vastge stelde verordening, regelende de samenstelling en den werk kring der commissie van bijstand in zake den hoofdelijken omslag, verzoekende drie leden te willen aanwijzen, die voormelde commissie in 1898 zullen uitmaken. De heer Nelissen wijst erop, dat deze commissie eene zware en veelomvattende taak wacht. Spreker oppert der halve het denkbeeld aan de te benoemen leden voor het bijwonen der vergaderingen presentiegeld toe te kennen. De voorzitter zegt, dat dit punt door burgemeester en wethouders in overweging zal worden genomen. Alsnu wordt overgegaan tot stemming. Bij de stemming voor het eerste lid worden uitgebracht 17 stemmen, waarvan 12 op den heer Teychiné, 3 op den heer Van Dongen en 2 op den heer Staal. Zoodat gekozen is de heer J. J. L. Teyciiiné. Bij de stemming voor het tweede lid worden uitgebracht 17 stemmen, waarvan 11 op den heer Reigersman, 3 op den heer Van Dongen en 3 op den heer Witsenborg. Zoodat gekozen is de heer mr. A. Reigersman. Bij de stemming voor het derde lid worden uitgebracht 17 stemmen, waarvan 8 op den heer Rees, 5 op den heer Staal, 3 op den heer Witsenborg en 1 op den heer Van Dongen. Niemand de volstrekte meerderheid verkregen hebbende, wordt tot eene nieuwe vrije stemming overgegaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 390