ONTWERP. 16 Januari 1897. Tegenwoordig de heercn J. J. L. TEYCHINÉ, mr. W. INGENHOUSZ, F. J. M. HEIJLAERTS, mr. M. P. M. VAN DAM, mr. P. BLOEMARTS, W. G. II. ROMBOUTS, A. P. SCHELTUS, J. A. VAN AKEN, A. J. REESH. A. SASSEN J. LIJDSMAN, mr. Th. MATHON, B. C. VAN DONGEN, J. A. J. W. VAN HAL, mr. A. REIGERSMAN en E. H. A. GULJÉ, burgemeester, voorzitter. Afwezig de heeren J. J. NELISSENJ. E. VREEDE en A. J. A. VERSCHRAAGE. De voorzitter opent de vergadering en houdtvan zijn zetel opgestaan, ongeveer de volgende toespraak: »Mijne heeren! Daar het heden de eerste vergadering is, »welke in 1897 gehouden wordt, maak ik van die gelegen heid gaarne gebruik U allen mijne hartelijkste gelukwen- sschen aan te bieden en tevens den wensch uit te spreken, »dat het pas begonnen jaar, zoowel in den maatschappelijken »als huiselijk en kring, onder Gods zegen, geluk en voorspoed »voor U moge aanbrengen. sMet tevredenheid kunnen wij op het afgeloopenjaar tqrug- »zien. De bevolking nam toe met 518 zielen, terwijl het ^sterftecijfer daarentegen daalde- en nog geen 17 per 1000 sinwoners bedroeg, zoodat Breda kan gerekend worden te »behooren tot eene der gezondste plaatsen van Nederland. »Op de eerste plaats heeft hiertoe ongetwijfeld krachtig medegewerkt de waterleiding, die ook door den zooge- »naamden minderen man naar hooge waarde wordt geschat. »Het getal aansluitingen, dat aan het einde van 1895 ruim

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 3