u 6 Februari 1897. tot het plan tot rioleering en demping van de rivier »de Gampel". De lieer Teychiné zegt, dat het hem genoegen heeft gedaan, dat de heer Van Winsum in zijneeischentoegevend is geweest. Uit de stukken blijkt echter niet, dat aan de wenschen van den heer Van Winsum, met betrekking tot het recht van overbrugging van een gedeelte grond en het maken van een steenen muur met lichtramen, zal worden tegemoet gekomen. Spreker vraagt, of daarmede bij de voorwaarden van verkoop zal worden rekening gehouden. De voorzitter zegtdat de gemeente den beschik baren grond voor belanghebbenden tegen billijken prijs zal te koop stellen en dat met de wenschen van den heer Van Winsum zal worden rekening gehouden. De heer Reigersman vraagt, of het eventueel te maken scheidingsgelint, waarvan de kosten in het rapport zijn begroot op ƒ144,geheel voor rekening der gemeente zal worden geplaatst. Spreker zou dit wenschelijk achten, omdat de totstandkoming van het werk voor den heer Van Winsum toch reeds belangrijke kosten zal veroorzaken. De heer Lijdsman vraagt, of de grond tegen matigen prijs aan de aangrenzende eigenaren zal worden beschikbaar gesteld. De voorzitter, de heide vorige sprekers beantwoor dende, zegt, dat in de meerdere kosten zijn begrepen de plaatsing van het scheidingsgelintgeheel voor rekening der gemeenteen dat zoowel de raad als de betrokkenen over den koopprijs en verdere voorwaarden zullen tevreden zijn. Het is dus de bedoeling, zegt de heer Bloemarts, dat alle andere voorwaarden later door den raad zullen worden vastgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 44