54 27 Februari 1897. Zonder bedenking worden bedoelde ontwerp-be- sluiten goedgekeurd. 10. Adres van C. Bijl, ontslagen agent van politie te Breda, op daarbij aangevoerde gronden verzoekende hem eene gratificatie uit de gemeentekas te willen toekennen. De voorzitter stelt voor op het adres afwijzend te beschik ken. Spreker meent, dat het niet aangaat aan ambtenaren der gemeente, die wegens wangedrag ontslagen zijn, nog eene gratificatie toe te kennen. De heer Heijlaerts wenscht niet in onderzoek te treden naar de oorzaak van het ontslag, doch wil enkel erop wijzen, dat adressant een aantal jaren in dienst der gemeente is geweest en daartoe in het pensioenfonds heeft moeten bij dragen. Teruggaaf van die gestorte bijdragen is hem ten rechte ontzegd, doch spreker meent dat voor inwilliging van het thans gedaan verzoek wel eenige gronden aanwezig zijn. Voor zoover hem bekend, valt op het maatschappelijk gedrag van adressant niets aan te merken, terwijl hij op het punt staat doodarm te worden. De voorzitter verklaart, als hoofd der politie, de volle verantwoordelijkheid te dragen van het door hem aan adres sant gegeven ontslag. De heer Heijlaerts zegt nogmaals geen onderzoek te wenschen naar de oorzaken van het ontslag, doch wil enkel trachten, door het geven eener kleine tegemoetkoming,, adressant voor armoede te vrijwaren. De voorzitter repliceerende, zegt, dat met adressant het meest mogelijke geduld is geoefend. Er is naar gestreefd,, om hem in dienst der gemeente te behouden totdat hij tien volle dienstjaren had; wellicht zou hij dan, uit hoofde van zijn ziekelijken toestand, voor pensioen in aanmerking heb-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 54