20 Maart -1897. 63 Dit prse-advies luidt als volgt «Het hierbij teruggaande adres van den heer mr. J. W. J. «van Mikrlo. kantonrechter te Breda, om daarbij aange- »voerde redenen verzoekende de lmur van het door hem »bewoonde perceel in plaats van met primo Mei eerst met »primo November 1897 te doen eindigen, werd door U bij «besluit van den 27<:e" Februari 1897 iii onze handen gesteld »om prse-advies. »Aun deze opdracht gevolg gevende, hebben wij de eer »U te berichten het volgende »Het heeft ons niet ontbroken aan goeden wil om aan «den wensch van verzoeker geheel tegemoet te komen, doch «wetende, dat alsdan het zoo dringend noodige verplaatsen a van de politie en het oud-archief een geheel jaar zal moeten «uitgesteld worden, hebben wij ons niet de- vrijheid mogen «toekennen U een voorstel in dien zin te doen. «De politie toch is gehuisvest in schier onvindbare en in «bepaald onvoldoende lokalen, terwijl het dak van het gebouw, «waarin het oud-archief gevestigd is, een belangrijke her- «stelling moet ondergaan, wat niet mogelijk is, zoolang het «archief ter plaatse geborgen is. «Beseffende de moeielijkheid, waarin verzoeker tengevolge «van bijzondere omstandigheden verkeert, hebben wij ge- «tracht een middel te vinden, om eenigszins aan zijn verzoek «tegemoet te komen. «Een tweevoudig voorstel is aan verzoeker gedaan 1°. «om het huis geheel te ontruimen met 1 Augustus, of 20. «om het huis alsnog in huur te houden en dan 10 Mei «het benedengedeelte ter beschikking van de gemeente «te stellen, met de bevoegdheid aan den kant van «den huurder, om op het bovengedeelte diens meube- «len te bergen. «In het eerste geval is alsnog gelegenheid in dit jaar de «noodige verbouwingen te doen plaats hebben en politie en «archief over te brengenin het tweede geval kan enkel de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 63