80
3 April 1897.
afdruk van een aan de tweede kamer der staten-
generaal gericht adres, wordt verzocht hij mogelijke
geschillen, uit aanneming van werk voortspruitende,
in alle gevallen arbitrage toe te passenen
b. een adres van de vereeniging van Nederlandsche steen-
fabrikanten, van gelijke strekking als het adres onder
a genoemd
met bericht, dat bij de bestedingen van gemeentewerken
alhier in de laatste jaren van toepassing zijn verklaard de
algemeene voorschriften voor de uitvoering en het onderhoud
van werken onder beheer van het departement van water
staat, handel en nijverheid, laatstelijk vastgesteld bij be
sluit van den betrokken minister van 12 December 1895,
en welke voorschriften de gevallen regelen, waarin arbitrage
wordt toegelatenterwijl burgemeester en wethouders als
hunne meening te kennen geven dat, door de bovengenoemde
algemeene voorschriften op de gemeentewerken toe te pas
sen, in voldoende mate met de belangen van de aannemers
rekening is gehouden en dat, als verder gegaan wordt, er
gevaar bestaat, dat in aanleg zijnde werken vertraagd of
gestaakt zullen worden, waaruit in vele gevallen voor beide
partijen belangrijke schade kan voortvloeien en waardoor
vooral minder deugdelijk werk zal worden voortgebracht.
De heer Lijosman wijst erop. dat volgens de algemeene
voorschriften alleen de uitvoering en het onderhoud der
werken voor arbitrage vatbaar zijn, niet de levering van
materialen. De bedoeling van adressanten is, dat ook in die
gevallen de geschillen aan eene deskundige uitspraak zullen
worden onderworpen.
De voorzitter, erkent de juistheid der opmerking van
den vorigen spreker, doch om de arbritage verder uit te
breiden dan in de algemeene voorschriften is aangegeven,
wordt vooralsnog niet wenschelijk geacht. Spreker stelt der
halve voor in dien geest de beide adressen te beantwoorden.