3 April 1897.
85
Het microscopisch onderzoek van vleesch door den veearts
kan veel beter in een houten gebouwtje plaats hebben dan
in het tegenwoordig lokaal.
De heer Matiion is het eens met den heer IngenHousz.
Veel wordt gesproken over het algemeen belang, dat bij de
zaak zou betrokken zijn, doch wat de verplaatsing van het
politiebureau betreft, deze is niet eene zaak, die geen uitstel
dulden kan. De politielokalen zijn reeds veel verbeterd en
wanneer na een jaar de voorgenomen reorganisatie der ge-
meente-politie zal bekend zijn, kan met een en ander re
kening worden gehouden. Nu adressant bereid is het dak
boven het archief van stormlatten te voorzien, stelt spreker
voor om datgene, wat tot behoud van het dak mocht nood
zakelijk zijn, ten koste van den heer Van Mierlo te doen
verrichten.
De heer Van Dam is het niet eens met het voorstel, om
de kosten van eventueele schade aan het dak boven het
oud-archief ten laste van den heer Van Mierlo te brengen.
Dit zou niet consequent zijn. Alleen dient te worden
overwogen de vraag, of de raad bereid is de huur van het
gebouw »het liggend hert" al dan niet te verlengen, doch
geenszins om de schade, die wellicht zou kunnen ontstaan
aan een dak van het gemeentehuis, ten laste van een ander
te doen komen. Reeds hierdoor zou de raad erkennen, dat
er schade zal komen, hetgeen de gemeente-architect in zijn
rappport niet kan of durft verklaren. Spreker kan zich wol
vereenigen met het voorstel, om aan het verzoek van adres
sant te voldoen, doch wenscht daaraan niet de vorenbe
doelde beperkende voorwaarde te verbinden.
De heer IngenHousz zegt tot toelichting van het doorhem
gesprokene, dat hij enkel heeft medegedeeld, dat adressant
bereid is, op zijne kosten, het dak boven het archief van
stormlatten te voorzien, wanneer de raad dit noodig mocht