3 April 1897. 87 De lieer Nelissen meent, dat het niet aangaat, om ook de kosten van verwarming van het te plaatsen gebouw voor den keurmeester voor rekening van den heer Van Mierlo te brengen. Spreker stelt derhalve voor de betrekkelijke uitdrukking in het prae-advies van burgemeester en wet houders te doen vervangen door de woorden »met gele genheid tot verwarming", daardoor de bedoeling te kennen gevende, dat het gebouw zoodanig zal worden ingericht, dat de gelegenheid tot het plaatsen van een verwarmingstoestel daarin niet mag ontbreken. Het amendement van den heer Nelissen, voldoende on dersteund, wordt alsnu in stemming gebracht en aange nomen met 11 tegen 6 stemmen. Vóór stemden de heeren Teychiné, Verschraage, Van Dam, Bloemarts, Sassen, Ltjdsman, Mathon, Nelissen, Rei gersman, IngenHousz en Heylaerts. Tegen waren de heeren Rombouts, Scheltüs, Van Aken, Rees, Van Dongen en de voorzitter. De heer Van Hal had verklaard zich bij deze en ook bij volgende stemmingen over de onderwerpelijke zaak van mede stemmen te zullen onthouden. De heer Rombouts wenscht als vaststaande te doen aanne men, dat het aanbrengen van stormlatten op het dak boven de kamer van het oud-archief voor rekening van den huur der zal komen en mitsdien de woorden »zoo noodig" uit het voorstel te dóen vervallen. Deze kosten kunnen burge meester en wethouders niet voor hunne rekening nemen. Aldus gewijzigd, wordt het voorstel, om de huurovereen komst tot 1 Mei 1898 van kracht te doen blijven, aange nomen met 10 tegen stemmen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 87