88 3 April 1897. Vóór stemden de lieeren Teycbiné, Versciiraage, Van Dam, Bloemarts, Sassen, Matron, Nelissen, Reigersman, IngenHousz en Heylaerts. Tegen waren de lieeren Scheltus, Van Aken, Rees, Leids man, Van Dongen en de voorzitter. De heer Rombogts had zich bij deze stemming eveneens van medestemmen onthouden. Zoodat besloten is de bestaande huurovereenkomst van het gebouw shet liggend hert" in deze ge meente met den heer mr. J. W. J. van Mif.rlo van kracht te doen blijven tot 1 Mei 1898, met dien verstande, dat de huursom verschuldigd is tot 1 Mei 1898, doch vertrouwd wordt, dat de huurder, over eenkomstig diens aanbod, het pand reeds 1°. Maart of lo. April 1898 ter beschikking der gemeente zal stellen en onder voorwaarden a. dat door en ten koste van den huurder en volgens aanwijzing van den gemeente-architect op het Stads- erf een houten gebouw met gelegenheid tot ver warming, alzoo zonder verwarmingsmiddelen, zal worden opgericht ten dienste van den keurmeester van vee en vleesch in deze gemeente en zulks voor den tijd, dat deze de beschikking zal verkrijgen van een der politielokalenen b. dat door en ten koste van den huurder en mede volgens aanwijzing van den gemeente-architect aan het dak van het gemeentehuis hovende kamer, waarin het oud-archief geborgen is, stormlatten zullen worden aangebracht. 10. Schrijven van burgemeester en wethouders van Breda, d.d. 30 Maart 1897, nO, 416, daarbij, met terugzending dei- adressen van;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 88