3 April 1897. 91 De heer Van Dongen verklaart zicli bij deze stemming te hebben vergist. Alsnu wordt in stemming gebracht het voorstel van bur gemeester en wethouders, om op de onderwèrpelijke ver zoeken van C. Ouwerling en A. J. van Heusden afwijzend te beschikken, welk voorstel met 17 tegen 1 stemmen wordt aangenomen. Vóór stemden de heeren Teychiné, Verschraage, Bloem- arts, Rombouts, Scheltus, Van Aken, Rees, Sassen, Lijds- man, Mathon, Nelissen, Van Dongen, Van Hal, Reigers man, IngenHousz, Heijlaerts en de voorzitter. Tegen was de heer Van Dam. 11. Schrijven van burgemeester en wethouders van Breda, d.d. 29 Maart 1897, n°. 419, daarbij te kennen gevende, dat tijdens de ziekte van den heer C. A. Kroes, keurmeester van slachtvee en vleesch, gedurende een tijdvak van 9 maan den en wel van 2 September 1895 tot 1 Juni 1896, de dienst is waargenomen door H. van de Wal, hoofdagent van politiemet voorstel aan genoemden Van de Wal voor deze in vrijen tijd verleende buitengewone diensten eene gratificatie toe te kennen van honderd gulden, te betalen uit hoofdstuk I, art. 8 der uitgaven, begrooting dienst 1896. Zonder bedenking wordt overeenkomstig dit voor stel besloten. 12. Ontwerp-voorwaarden van verpachting van staan plaatsen gedurende de kermis of de najaarsmarkt. In afwijking van vorige jaren wordt voorgesteld ter pach ting aan te bieden A. Ouile Vest: plaatsen voor ééne beignetskraam, voor twee stoomdraaimolens, voor één hippodrome en voor ééne schaatsenbaan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1897 | | pagina 91