ONTWERP.
24 April 1897.
Tegenwoordig de heeren J. J. L. TEYCHINÉ, F. J. M.
HEIJLAERTSA. J. A. VERSCHRAAGE, mr. M. P. M.
van DAM, W. G. H. ROMBOUTSA. P. SCHELTUS, J.
A. van AKEN, A. J. REES, H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN
mr. Th. MATHON, B. C. van DONGEN, J. A. J. W.
van HAL. mr. A. REIGERSMAN, mr. YV. 1NGENHOUSZ
en E. H. A. GULJE, burgemeester, voorzitter.
Afwezig de heeren J. E. VREEDE, J. ,T. NELISSEN en
mr. P. BLOEMARTS.
De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de
notulen van het verhandelde in de vergadering van 3 April
1897overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het
reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor
de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn
toegezonden en vraagt of iemand der leden alsnog voorlezing
daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in liet
midden heeft te brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van
voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld.
Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde
AIngekomen stukken.
1. Brief van den heer directeur van het kabinet der
Koningin, d.d. 7 April 1897, n°. 44, daarbij ingevolge de