24 April 1897.
99
«achter de Boterhal en van daar met de K arrest raatte
«mogen verbreeden tot 2,25 M.ten einde nu en dan een
«rijtuig ter herstelling op die open plaats te kunnen
«brengen.
«In bedoelde gang zijnbehalve de poort van de boterhal»
«verschillende uitgangen van particulieren.
«Kadastraal is die gang ongenummerdterwijl het daarin
«liggend riool en de bestrating van gemeentewege worden
«onderhoudenzoodat het ons toeschijnt dat de gang als
«gemeente-eigendom is te beschouwenen het karakter
«bezit van publiekrechterlijk eigendomal is het dan ook
«waardat de gang niet op den ligger der wegen en voet
spaden voorkomt.
«In aanmerking nemende, dat meer aangrenzende perceelen
«uitgang op de gang hebbenzelfs met poortdeurenwaar
svan het recht wellicht moeilijk betwist zoude kunnen worden
«geven wij in overweging aan W. P. Loomans, zadelmaker,
«te Bredaeigenaar van het huis en erf aan de Groote
«Markt te Bredakadastraal bekend sectie B n° 739tot
«wederopzeggingvergunning te verleenen tot het maken
«van een poort of uitgangbreed 2,25 M, in den scheidings-
«muur van het onbebouwd achtergedeelte van zijn boven-
«genoemd perceeltoegang gevende tot de gang achter de
«Boterhal naar de Karrestraat onder de navolgende voor
swaarden
a. «dat de uitgang worde gemaakt ter plaatse alwaar
«nu eene gewone deur staat
b. «dat de in den uitgang te hangen poortdeuren op
«adressants eigendom moeten opendraaien
c. «dat de uitgang alleen mag worden gebezigd door den
«adressant en zijne huisgenooten, benevens tot het
«in- en uitbrengen van te herstellen of herstelde
«onbespannen rijtuigen
d. «dat door den adressanttot erkenning van eigendoms-
rechtjaarlijks vóór den lsten Januari ten kantore van
«den gemeente-ontvangerzal worden gestort een
