12 Maart 1898.
Niemand daartegen bedenking hebbende, wordt
besloten
a. op het verzoek van F. Fokkema bovengenoemd
afwijzend te beschikken; en
b. in koop af te staan aan:
1°. C. C. van Dongen te Breda, ongeveer 92 cen
tiaren van den door demping van den water
loop »de Gampel" verkregen grond, gelegen
ten noordwesten van het perceel aan de Lange
Gampelstraat alhier, kadastraal bekend sectie A,
n°. 1141, voor eene som van zes en veertig
gulden; en
2°. aan J. Hinten te Breda, ongeveer 12 centiaren
van den door demping van den waterloop »de
Gampel» verkregen grond, gelegen ten zuid
oosten van het perceel achter de Korte Gam
pelstraat alhier, kadastraal bekend sectie A,
nO. 2433, voor eene som van zes gulden en
verder onder de volgende voorwaarden
dat de door de koopers in eigendom te aan
vaarden stukjes grond ten behoeve der gemeente
Breda worden belast met de erfdienstbaarheid
van waterleiding door middel van een onder-
grondsch riool, en zullen de koopers of hunne
rechtverkrijgenden alle ontgravingen moeten
gedoogen, welke eventueel, van gemeentewege,
voor herstelling van het riool noodig zijn, zonder
daaromtrent eenige aanspraak op schadeloos
stelling te kunnen doen gelden, ook al moeten
daartoe de eventueel op den gekochten grond
gestichte gebouwen, heiningen of muren worden
weggebroken
dat de kooper sub 10. zich verbindt, zoo voor
zich als voor zijne rechtverkrijgenden:
a. op den gekochten grond geene woonhuizen te
bouwen of bergplaatsen van lompen, beenderen