10
15 Januari 1898.
c. om behoudens goedkeuring van de gedeputeerde staten
van Noord-Brabant af te schrijven van hoofdstuk
VIII, art. 1 (onvoorziene uitgaven), der gemelde be
grooting, een bedrag van f 179,40 en over te schrijven:
op hoofdstuk I, art. 12 (bijzondere uitgaven ten dienste
der politie)f 59,40
op hoofdstuk VI, afdeeling II, art. 3 (belooning
der gemeente-vroedvrouwen) - 120,
Samen f 179,40.
Zonder bedenking worden bedoelde ontwerp
besluiten goedgekeurd.
7. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d.
8 Januari 1898, n°. 45, daarbij, onder overlegging der be
trekkelijke adressen met het advies van den arrondissements
schoolopziener en het bericht van het betrokken hoofd der
school, ter benoeming van een derden onderwijzer aan de eerste
openbare school (vacature-NuiJENS) voordragende de volgende
candidaten
1°. W. A. te Riele, te Prinsenliage
2°. R. Rijkse, te Zutphen, en
3°. J. M. van Heijst, te Oosterhout.k
Wordt overgegaan tot stemming.
De voorzitter verzoekt den heeren Scheltus en Van
Hal als stemopnemers te willen fungeeren.
Er worden uitgebracht 19 stemmen, waarvan 11 op den
heer Te Riele en 8 op den heer Van Heijst.
Zoodat is benoemd tot derden onderwijzer aan
de eerste openbare school in deze gemeente de heer
W. A. te Riele, thans onderwijzer te Prinsenhage,
op de aan die betrekking verbonden jaarwedde,