9 April 1898. 113 De voorzitter vraagt, of de raad tot stemming wenscht over te gaan ofwel de benoemingen bij acclamatie wenscht te doen geschieden. -Niemand der leden stemming verlangende, wordt besloten de hiervoor aangeduide candidaten in de aangewezen volgorde respectievelijk te benoemen tot voorzitters, leden en plaatsvervangers voor de verschillende stembureaux ter verkiezing van leden van de provinciale staten en een lid van den ge meenteraad. 8. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 29 Maart 1898, n°. 448, daarbij, onder overlegging van het desbetreffend advies van den arrondissements-schoolopziener en van het bericht van het betrokken hoofd der school, ter benoeming van een derden onderwijzer aan de openbare school voor kosteloos lager onderwijs aan de Kloosterlaan alhier voordragende de heeren: 1°. P. J. Verlegh, 2°. Jac. van der Linden, 3°. W. A. Roovers, allen onderwijzer te Breda; zijnde de namen van beide laatstgenoemden alphabetisch geplaatst. Wordt overgegaan tot stemming. De voorzitter verzoekt den heeren Scheltus en Van Hal als stemopnemers te willen fungeeren. Er worden uitgebracht 15 stemmen, waarvan 14 op den heer Verlegii en 1 op den heer Van der Linden. Zoodat is benoemd tot derden onderwijzer aan de openbare school voor kosteloos lager onderwijs aan de Kloosterlaan de heer P. J. Verlegh, thans onderwijzer aan de school Boschstraat, op de aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 113