114 9 April 1898. die betrekking verbonden jaarwedde, overeenkomstig de bepalingen der verordening, regelende de jaar wedden van het onderwijzend personeel bij de openbare lagere scholen in deze gemeente, vast gesteld 29 October 1892 en gewijzigd 6 Februari 1897, in. te gaan met den dag zijner infunctietreding en met bepaling, dat de benoemde, eervol ontslag verlangende, het verzoek daartoe minstens drie maanden behoort in te dienen. De voorzitter dankt heeren stemopnemers voor het door hen als zoodanig verrichte. 9. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 19 Maart 1898, n°. 411, daarbij, onder overlegging van een schrijven van de commissie voor de ambachtsschool, waarin gewezen wordt op het gebrek aan ruimte voor werkplaats der smeden, niettegenstaande de uitbreiding, die het school gebouw in 1895 heeft ondergaan, in overweging gevende te besluiten tot uitbreiding van de ambachtsschool door bijbouw van een lokaal aan de op de binnenplaats vrijstaande schil derswerkplaats en de kosten daarvan, begroot op f 3300, te dekken door verkoop van inschrijvingen in het grootboek der Nederlandsche werkelijke schuld, door welk laatste, in verband met het thans belegde kapitaal, niet wordt te kort gedaan aan den wil van den erflater. De v o o r z i 11 e r, dit punt aan de orde stellende, zegt, dat door enkele leden twijfel is geopperd over de bevoegd heid van den raad, om de kosten der uitbreiding te dekken door verkoop van inschrijvingen op het grootboek. In verband daarmede stelt spreker voor hieromtrent een onderzoek te doen instellen door eene commissie, bestaande uit de rechts geleerde leden van den raad. De heer Rombouts, zich vereenigende met het voorstel des voorzitters, geeft echter in overweging die commissie nog

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 114