11 15 Januari 1898. overeenkomstig de bepalingen der verordening, rege lende de jaarwedden van het onderwijzend personeel aan de openbare scholen voor lager onderwijs in deze gemeente, vastgesteld 29 October 1892 en gewijzigd 6 Februari 1897, in te gaan met den dag- zijner infunctietreding en met bepaling, dat de benoemde, eervol ontslag verlangende, het verzoek daartoe minstens drie maanden te voren behoort in te dienen. De voorzitter dankt heer en stemopnemers voor het door hen als zoodanig verrichte. 8. Adres van den heer C. Beijersbergen te Teteringen, d.d. 11 December 1897, daarbij vergunning verzoekende om het perceel sectie A, n°. 2983 aan de Leuvenaarsstraat alhier, in kavels te mogen verkoopen. Bedoeld adres is vergezeld van het volgend prae-advies van burgemeester en wethouders: »Ten aanzien van het hierbijgaande adres van C. Beijers- bergen te Teteringeneigenaar van den afgegraven Molen- «berg, sectie A, n°. 2983, aan de Leuvenaarsstraat alhier, «waarbij hij te kennen geeft genoemd perceel in kavels, «volgens de bijgevoegde teekening, te willen verkoopen en «daarom aan uwe vergadering verzoekt hem daartoe ver sgunning te verleenen, hebben wij de eer te doen opmerken «het volgende: «Volgens art. 1 der verordening, regelende de bouwpolitie «in deze gemeente, is het verboden straten of wegen aan te «leggen, die aan beide einden in verbinding komen met «openbare straten, wegen of wateren, tenzij met vergunning «van den gemeenteraad. «Dit nu behelst het adres van verzoeker niet, zoodat o. i. «zijn verzoek, als zoodanig, niet voor behandeling in aan- «merking kan komen. «Het stichten van gebouwen op bedoeld perceel valt onder

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 11