120 9 April 1898. voor de viering te Breda van de aanstaande inhuldigings feesten van Hare Majesteit Koningin Wilhelmina, daarbij te kennen gevende, dat voornoemd comité, door vrijwillige bijdragen van de ingezetenen dezer gemeente, is in staat gesteld oin op een der pleinen van de stad eene fontein van kunstsmeedwerk met hardsteenen bekken, volgens een bijge voegd ontwerp, tot stand te brengen en deze, ter herinnering aan voornoemde inhuldigingsfeesten, aan de gemeente Breda ten geschenke aan te bieden, met het eerbiedig verzoek, dat het den raad moge behagen, bedoelde fontein ter herinnering aan gemelde feesten, reeds voorloopig voor de gemeente Breda te aanvaarden, ten einde door genoemd comité te worden geplaatst op een der pleinen van de stad, nader door den raad aan te wijzen. De voorzitter, dit adres aan de orde stellende, zegt, dat Breda ook thans weer op ondubbelzinnige wijze zal doen blijken van zijne aloude gehechtheid en trouw aan het huis van Oranje-Nassau en stelt voor het geschenk dankbaar aan te nemen, om later te beslissen op welk terrein van de stad de fontein zal worden geplaatst. Zonder bedenking wordt dienovereenkomstig be sloten. 15. Adres van F. Fokkema, wonende te Breda, daarbij in koop verzoekende een stuk bouwgrond, liggende vóór zijne woningen in deze gemeente aan de Fellenoordstraat en de Nieuwehuizen. De voorzitter stelt voor dit adres te verzenden naar burgemeester en wethouders om prae-advies. Waartoe besloten wordt. De voorzitter sluit de openbare vergadering, welke alsnu overgaat in eene met gesloten deuren. 'De secretaris, De voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 120