ONTWERP.
7 Mei 1898.
Tegenwoordig de heeren mr. P. BLOEMARTS, W. J.
SLECHTRIEM, L. J. STAAL. A. J. REES, H. A. SASSEN,
J. LIJDSMAN, W. G. H. ROMBOUTS, J. A. J. W. VAN HAL,
A. P. SCHELTUS, B. C. VAN DONGEN, mr. A. REIGERS
MAN, J. J. L. TEYCHINÉ. A. J. A. VERSCHRAAGE, mr.
W. INGENHOUSZ, F. J. M. HEIJLAERTS, mr. M. P. M.
VAN DAM en E. H. A. GULJE, burgemeester, voorzitter.
Afwezig de heeren J. J. NELISSEN en J. TL WITSEN-
BORG.
De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de
notulen van het verhandelde in de vergadering van 9 April
1898, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het
reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor
de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn
toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing
daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het
midden heeft te brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van
voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld.
Alsnu stelt de voorzitter aan de orde
A. Ingekomen stukken.
1. Besluiten van de gedeputeerde staten van Noord-Bra
bant, als: