430
7 Mei 4898.
De voorzitter zegt, dat burgemeeester en wethouders
te dien aanzien van het eerste project zijn teruggekomen,
omdat bij later inzien is gebleken, dat bedoeld punt gevaarlijk
voor de veiligheid moet worden geacht, met het oog op de
aanwezigheid van een stal naast het koffiehuis van den heer
Jonkers en het veelvuldig verkeer met rijtuigen aldaar.
De heer Teychiné verklaart zich met het thans voorge
stelde plan niet te kunnen vereenigen. Tusschen het trottoir
van den Stationsweg en de te leggen rails blijft dan slechts
een rijweg open van minder dan 5 meter breedte. Die
breedte acht spreker te smal en liever had hij dan ook
gezien, dat de boomen langs den Stationsweg werden gerooid,
de sloot gedempt en de rails meer naar de zijde van den
spoorweg werden gelegd. Ook kan spreker het bezwaar
niet inzien, dat de gastram eindigt nabij het koffiehuis van
den heer Jonkers, omdat alsdan het daar aanwezige perk
komt te vervallen, waardoor eene voldoende ruimte voor het
verkeer overblijft. Het stilhouden van twee trams op het
zelfde punt. tot het in- en uitlaten van reizigers, acht hij
een groot bewaar.
De heer Bloemarts vraagt, of het niet gewenscht is, al
vorens tot stemming over te gaan, het voorstel in onderdeden
te splitsen.
De heer Scheltus doet den heer Teychiné opmerken,
dat de rails komen te leggen in het bezande gedeelte van
den Stationsweg, zoodat de gelegenheid tot uitwijken aldaaï
even groot blijft. Ten aanzien der bezwaren van den heer
Reigersman wijst spreker erop, dat de beide tramlijnen niet
op hetzelfde punt eindigen, zooals ook op de teeltening is
aangeduid. Dit is met opzet bepaald, ten einde alle ge
vaar bij het in- en uitstappen van reizigers zooveel mogelijk
te vermijden. Het behoud der boomen op den Stationsweg
is overigens voor de bewoners aldaar van zeer veel waarde,
omdat zij eene goede beschutting zijn voor den rook en an-