7 Mei 1898.
137
den waterloop »de Gampel" verkregen grond, grenzende aan
hunne woningen aan de straat ode Achterom" alhier.
Door burgemeester en wethouders wordt voorgesteld den
grond niet te verkoopen, doch aan de adressanten te ver
huren overeenkomstig de bij de verzoeken overgelegde ont-
werp-voorwaarden.
De voorzitter vraagt, of de raad bereid is, behoudens
inachtneming der voorgeschreven formaliteiten, tot den voor
genomen verhuur over te gaan.
Niemand daartegen bedenking hebbende, wordt
besloten onderhands te verhuren voor den tijd van
ongeveer zes en een half jaar, ingaande bij de
onderteekening der huurovereenkomst en eindigende
den 31. December 1904 tegen een huurprijs van
vijf cent per centiare 'sjaars, aan:
B. J. L. Mol te Breda een gedeelte van den
door demping van den waterloop »de Gampel"
verkregen grond, gelegen achter de perceelen
aan de straat »de Achterom", kadastraal bekend
gemeente Breda, sectie A, nos. 1303 en 1304,
ter grootte van 97 centiaren; en
b. J. M. Maru.tn-ex te Breda, A. M. F. Marijnen
weduwe van P. C. F. M. van Dooren te Breda,
H. C. Dorren te Beek, A. C. C. G. van Hemert
te Prinsenhage en P. A. J. Marijnen te Rot
terdam, een gedeelte van den door demping
van den waterloop ode Gampel" verkregen
grond, gelegen achter de perceelen aan de
straat ode Achterom", kadastraal bekend ge
meente Breda, sectie A, nos, 1305, 1306,1307,
1'308 en 1309, ter grootte van 128 centiaren.
Een en ander onder de volgende voorwaarden:
dat de betaling der huursom zal geschieden