b. bij andere buitengewone gelegenheden 3 cent per centiare en per dag, met een minumum van f 1, voor overdekte en van f 0,40 voor onoverdekte in richtingen. 15 Januari 1898. 13 kermis en de najaarsmarkt-, en bij andere buitengewone gelegenheden. Art. '2. Het staangeld bedraagt a. bij de kermis en bij de najaarsmarkt voor elke tent, elk spel en elke kraam, of voor uitstallingen, tafels en soortgelijke inrichtingen, 25 cent per centiare, met een minimum van 3,voor overdekte en f 1,— voor onoverdekte inrichtingen b. VERORDENING op de invordering van het staangeld in de gemeente Br eda. Artikel 1. Ieder, die gebruik wenscht te maken van gemeentegrond tot het plaatsen van tenten, spellen, kramen of uitstallingen, moet zich met opgave der verlangde oppervlakte (voorzijde en diepte) daartoe schriftelijk aanmelden bij den markt meester, aan wien, behoudens goedkeuring van burgemeester en wethouders, het regelen der staanplaatsen is opgedragen. Deze aanvrage moet bij de kermis en najaarsmarkt min stens ééne maand te voren geschieden. Art. 2. De invordering van het staangeld geschiedt overeenkom stig de artikelen 258262 der gemeentewet. Art. 3. Het staangeld moet in eens en vóór het in gebruik nemen van den gemeentegrond betaald worden in handen en op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 13