3 Juni 1898.
143
De voorzitter stelt voor deze stukken eveneens voor
kennisgeving aan te nemen en voor zooveel noodig ter
uitvoering te verzenden naar burgemeester en wethouders.
Waartoe besloten wordt.
3. Adres van A. J. A. L. Bogaerts te Bredaeigenaar
van het perceel, gelegen aan de Kraanstraat alhier, sectie B,
nummer 3980, daarbij, in verband met eene voorgenomen
verbetering van genoemd perceel, verzoekende:
1°. aan hem tegen billijken prijs in koop te willen afstaan
het talud van de rivier, grenzende tegen gemeld eigen
dom, ter lengte van ongeveer 16 M. bij eene breedte
van 1,90 M.
2°. hem vergunning te willen verleenen tot het plaatsen
van eene houten beschoeiing aldaar; en
3°. het trottoir van de Kraanstraat, gelegen voor gemeld
perceel, vanwege het gemeentebestuur en op kosten
van adressant te laten inkorten.
De voorzitter stelt voor dit adres te stellen in handen
van burgemeester en wethouders om prae-advies.
Waartoe zonder bedenking besloten wordt.
4. Adres van C. L. Schleijer te Breda, in dato 14 Mei
1898. daarbij wijziging verzoekende van art. 26 der algemeene
politie-verordening voor deze gemeente.
De voorzitter geeft in overweging dit adres te ver
zenden naar de commissie voor de strafverordeningen orn
bericht en advies.
Dienovereenkomstig wordt bestoten.
5. Adres van Johannes van Tilburg, winkelier, wonende
te Breda, daarbij te kennen gevende, dat door hem blijkens
koopakte d.d. 14 April 1896 van de gemeente Breda is