3 Juni 1898. 149 de pomp staat, doeh in het midden van den straat weg overeenkomstig het verlangen van den heer Bloemarts en tevens, om de verlegging der tram rails, welke eventueel daardoor mocht noodzakelijk worden, op kosten der gemeente te doen geschieden. 12. Prae-advies van burgemeester en wethouders alhier op het adres van P. A. Oomes om ruiling van grond, lui dende als volgt: «Bij uw besluit van den 7den dezer werd door U om prae- «advies in onze handen gesteld een adres met begeleidende «teekening van Petrus Adrianus Oomes, architect, wonende «alhier, te kennen gevende zijn voornemen om het huis aan «den hoek Visscherstraat en Potkanstraat, sectie A, n°. 1155, «te sloopen en weder op te bouwen, ongeveer gelijk aan de «overgelegde plattegrondteekening. «Adressant verzoekt, voor betere rooilijnen, met de ge- meerite eene ruiling aan te gaan. «Adressant verzoekt verder, dat het aldaar staande urinoir «worde verplaatst, aangezien dat thans juist voor een der «winkelramen van het door hem te verbouwen huis zoude «staan. «Tot eene juiste beoordeeling van de verzoeken van adres ssant wordt door ons hierbij overgelegd eene situatieteeke- «ning van de Potkanstraat en een deel der Visscherstraat. «Daarop zijn met eene roode arcure aangegeven de drie- «hoekige stukjes grond, welke door Oomes aan de gemeente «en door eene blauwe arpure het trapeziumvormig stukje, «dat door de gemeente aan Oomes wordt afgestaan. «Het komt ons voor, dat door de verbetering der rooilijnen «en, als gevolg daarvan, het onderling ruilen van grond, èn «voor de gemeente èn voor den adressant wensclielijk kan «worden geacht. «Wat betreft het tweede verzoek van adressant, het ver splaatsen van het urinoir, is de billijkheid daarvan, naar «onze meening, niet te ontkennen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 149