14
15 Januari 1898.
quitantie van den marktmeester of diens plaatsvervanger,
die door burgemeester en wethouders worden benoemd.
Art. 4.
Deze verordening treedt in werking 1 Mei 1898.
De voorzitter zegt, dat het voorstel enkel beoogt
eene voortzetting der bestaande belastingverordening, welke
slechts tot 1 Mei 1898 van kracht is. Spreker geeft in
overweging de betrokken ontwerp-verordeningen goed te
keuren.
Waartoe zonder bedenking besloten wordt.
'10. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier,
d.d. 10 Januari 1898. n,J. 47, daarbij, naar aanleiding van
de concessie-aanvrage van den heer J. Hoffman te Ginneken
tot aanleg van een gastram in de richting van Terheijden,
in overweging gevende de gevraagde concessie, overeen
komstig de in ontwerp overgelegde voorwaarden, te verleenen.
De voorzitter stelt dit punt aan de orde.
De heer Tfychiné, ofschoon geen bezwaar hebbende tegen
het verleenen der concessie, kan zich echter met de voor
waarden niet vereenigen, speciaal wat betreft de richting,
die de aan te leggen tram nemen zal. Den Stationsweg
acht spreker te smal voor twee tramlijnen naast elkander,
weshalve hij voorstelt de beslissing aan te houden tot eene
volgende vergadering, met uitnoodiging aan burgemeester
en wethouders in overweging te willen nemen, of niet eene
andere minder gevaarlijke richting zou kunnen genomen
worden.
De voorzitter zegt, dat dit punt aan de aandacht
van burgemeester en wethouders niet was ontgaan, doch
deze wel bereid zullen zijn de zaak nader te onderzoeken.