3 Juni 1898. 151 gesteld worden, wanneer eene beslissing werd genomen over eene zaak, waaromtrent door belanghebbende geen verzoek was gedaan. Beter ware het in dit geval de beslissing aan te houden en belanghebbende m de gelegenheid te stellen een nader adres in te dienen. De voorzitter, het onderwerp toelichtende, wijst erop, dat bij de gehouden samenspreking met belanghebbende diens aandacht is gevestigd op de aanwezigheid van den telephoon- paal, doch dat door verzoeker daartegen geene bedenkingen zijn geopperd of eenig verlangen tot verplaatsing is kenbaar gemaakt. De heer Bloemarts zegt, dat het voorstel, zooals dit thans luidt, moet worden geacht in het voordeel der gemeente te zijn. Worden andere voorwaarden gesteld, buiten voorkennis van den belanghebbende, dan zou de mogelijkheid niet uit gesloten zijn, dat in zoodanig geval van de geheele verbetering niets tot stand kwam. Zonder verdere bedenking wordt alsnu het hoven- omschreven voorstel van burgemeester en wethouders goedgekeurd. 13. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 23 Mei *1898, n°. 682, daarbij onder overlegging van een adres van M. Bakkeren te Prinsenhage, aannemer van het verbouwen van het R.-K. gasthuis alhier, in huur ver zoekende een driehoekig stuk gemeentegrond op de vereeniging van den Nijverheidssingel, de Middellaan en de Schorsmolen straat in overweging gevende de huurovereenkomst aan te gaan, zooals in de mede overgelegde ontwerp-akte wordt voorgesteld. Niemand daartegen bedenking hebbende, wordt besloten aan den openbaren dienst te onttrekken een driehoekig stuk gemeentegrond, gelegen op de ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 151