152
3 Juni 1898.
eeniging van den Nijverheidssingel, de Middellaan
en de Schorsmolenstraat alhier, ter grootte van
ongeveer 7 aren 50 centiaren, en dit stuk grond in
huur af te staan aan M. Bakkeren te Prinsenliage
voor den tijd van 18 maanden tegen een huurprijs
van ƒ300,en verder onder de volgende voor
waarden
dat de huurder verplicht is den gehuurden grond
aan alle zijden af te heinen met palen, hoog 1,50 M.
boven den beganen grond, waartegen, drie hoog,
regels van bezaagde strooken breed 0,12 M.
dat rondom de boomen, staande en groeiende op
den gehuurden grond, kokers van planken moeten
worden gemaakt, wijd binnenwerks 0,40 M., hoog
2 M.;
dat op den gehuurden grond niet anders dan
bouwmaterialen en zand voor het verbouwen van
het R.-K. gasthuis aan den Haagdijk te Breda
mogen worden geborgen en de huurder den ge
huurden grond geheel noch gedeeltelijk aan een
ander in huur of gebruik mag geven;
dat bij het eindigen van den huurtermijn alle
voorwerpen van het terrein, benevens de omheiningen
en de kokers om de boomen moeten zijn opgeruimd
dat de kosten van zegel, leges en alle andere op
deze huurovereenkomst vallende, ten laste zijn van
den hurder;
dat de huurder verplicht is, bij de onderteekening
der huurovereenkomst tegen uitreiking van een
ontvangbewijs, ten kantore van den gemeente-ont
vanger te storten een bedrag van ƒ100,— welk
bedrag, tegen intrekking van bedoeld bewijs, bij het
eindigen van den huurtermijn zal worden terugge
geven, indien blijkt, dat de huurder aan alle voor
waarden der overeenkomst heeft voldaan. Indien
aan die voorwaarden niet of slechts ten deele is