156
3 Juni 1898.
de heeren J. T.i.jdsman, A. P. Scheltus en mr. M. P. M.
van Dam.
17. Schrijven van het college van regenten van het
gesticht voor R. K. oude vrouwen te Bredad.d. 12 Mei 1898,
daarbij ter goedkeuring aanbiedende de rekening van gemeld
gesticht over 1897, vergezeld van de daarbij behoorende
bijlagen.
Nadat, op voorstel des voorzitters, besloten is deze
stukken eveneens te stellen in handen eener commissie van
drie leden ter fine van onderzoek, en de raad zijn verlangen
heeft te kennen gegeven, dat de voorzitter die com
missieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig
benoemd de heeren A. P. Scheltus, mr. W. IngenHousz en
A. J. A. Verschraage.
18. Schrijven van de commissie van bestuur van het
pensioenfonds van gemeente-ambtenaren en hunne weduwen
en weezen, d.d. 25 April 1898, n°. 9, daarbij ter voldoening
aan het bepaalde bij art. 36 der pensioenverordening,
rekening en verantwoording doende van de ontvangsten en
uitgaven ten behoeve van het pensioenfonds over 1897.
Nadat besloten is deze rekening met bijlagen eveneens te
stellen in handen eener commissie van drie leden, tot onder
zoek en bericht, en de raad zijn verlangen heeft te kennen
gegeven, dat de voorzitter die commissieleden zal aan
wijzen, worden door hem als zoodanig benoemd de heeren
J. A. J. W. van Hal, W. J. Slechtriem en A. J. Rees.
19. Adres van C. Bajens, eervol ontslagen agent van
politie 2de klasse te Bredadaarbij, onder overlegging der
vereischte stukken, verzoekende in het genot te worden
gesteld van pensioen.
De voorzitter stelt voor deze stukken te verzenden