3 Juni 1898.
167
renten zou de gemeente nu reeds voor een effectief te kort
staan van ƒ2626,
De heer Van Hal meent, dat enkel dient te worden over
wogen de vraag, of de gemeente Breda bevoegd is de uitbrei
ding tot stand te brengen door middel van verkoop van
'inschrijvingen op het grootboek.
Ware de heer Rombouts getuige geweest van de vele
bezwaren, welke bestonden om de staten dezer provincie, in
zake de subsidieering van ambachtsscholen, tot hetzelfde idéé
te brengen als die van andere provinciën, dan zou hij on
getwijfeld gaarne willen erkennen, dat de thans verkregen
uitkomsten reeds bevredigend zijn en dat vooreerst geene
grootere bijdragen van de provincie te wachten zijn, ofschoon
spreker hoopt, dat de staten in deze zaak hun laatste woord
nog niet gesproken zullen hebben.
De kwestie, of de Bredasche ambachtsschool ook voor
buitenleerlingen zal toegankelijk zijn, is reeds vroeger beslist
en dat besluit behoort te worden geëerbiedigd. De ambachts
school gaat hand aan hand met de teekenschool en daarbij is
nooit eenig bezwaar gemaakt tegen de toelating van buiten
leerlingen.
Waar eindelijk de commissie eene uitbreiding der am
bachtsschool noodzakelijk acht, kan spreker zich met het
onderwerpelijke voorstel wel vereenigen.
Het voorstel om, ten behoeve eener uitbreiding
der ambachtsschool, de daaraan verbonden kosten te
dekken door verkoop van inschrijvingen op het
grootboek, behoorende tot het fonds van gemelde
inrichting, tot een bedrag van hoogstens ƒ3300,
wordt alsnu in stemming gebracht en aangenomen
met 41 tegen 3 stemmen.
Vóór stemden de heeren Sleciitriem, Staal, Bloemarts,
Lijdsman, Rees, Van Hal, Sciieltus, Van Dongen, Ingen-
Housz, Van Dam en de voorzitter.