178 2 Juli 1898. met bepaling verder, dat de koopster, bij de onderteekening der akte, voor koopsom van den hiervoor bedoelden grond en ter verkrijging der rechten, hierboven omschreven, ten kantore en tegen kwitantie van den gemeente-ontvanger zal betalen eene som van twee en zeventig gulden en dat de kosten van zegel, leges, registratie, overschrijving in de openbare registers en alle andere kosten op deze overeenkomst vallende, ten laste zijn van de koopster. 10. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 24 Juni 1898, n0. 827, houdende een voorstel tot over name van een gedeelte van den rijksweg BredaMoerdijk, en luidende als volgt sin uwe zitting van den 16. Februari 1898 kwam ter tafel seen adres van Willem van Boxsel, aannemer en herbergier »te Breda, daarbij verzoekende te voorzien in de verbetering »der afwatering van een gedeelte rijksweg vóór zijne woning. «Reeds geruimen tijd te voren maakte dit onderwerp een «punt van gedachtenwisseling uit met het hooger gezag, «zooals U blijken zal uit de brieven, die wij de eer hebben «hierbij over te leggen. »Was er onzerzijds geen bezwaar U voor te stellen het «bedoelde gedeelte rijksweg in eigendom, onderhoud en beheer «over te nemen, onze wensch daarbij was, dat aan de gemeente y>Breda eene billijke vergoeding voor onderhoudskosten zou worden toegekend. ïDaartoe echter betoonde zich de minister van waterstaat, «handel en nijverheid niet genegen mede te werken. »De~ gewraakte toestand ter voorbedoelde plaatse bleef «inmiddels onveranderd bestaan. «De heer commissaris der koningin in Noord-Brabant «heeft ons thans aanbevolen uwe medewerking te verzoeken ïom de zaak tot oplossing te brengen, in welk geval het «rijk bereid is aan deze gemeente het wegsgedeelte in beheer «en onderhoud over te dragen als traverse, zooals dat in «den laatsten tijd herhaaldelijk is geschied met wegsgedeelten, «die in gelijken toestand verkeeren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 178