2 Juli 1898.
4094, voor eene som van vier en tachtig guldenen
de wed. J. A. de Rooy te Breda, ongeveer 53
centiaren van voorschreven grond, gelegen ten
zuidoosten van het perceel achter den Haagdijk
alhier, kadastraal bekend sectie A, n°. 2084, voor
eene som van zes en twintig gulden vijftig cent
en verder onder de volgende voorwaarden
dat de verkochte gronden ten behoeve dei-
gemeente Breda worden belast met de erfdienst
baarheid van waterleiding door middel van een
ondergrondsch riool, liggende ongeveer in het mid
den van de gedempte sGarnpek en moeten de
koopers en hunne rechtverkrijgenden alle ontgra
vingen gedoogen, welke eventueel van gemeente
wege voor herstelling van het riool mochten noodig
zijn, zonder daaromtrent eenige aanspraak op
schadeloosstelling te kunnen doen gelden, ook al
moeten daartoe de eventueel op den gekochten
grond gestichte gebouwen, muren of heiningen
worden weggebroken
dat de koopers, zoo voor zich als voor hunne
rechtverkrijgenden, zich verbinden op den gekochten
grond geene woonhuizen te bouwen of bergplaatsen
van lompen, beenderen of andere voor de gezond
heid schadelijke stoffen op te richten
dat wanneer de koopers of hunne rechtverkrij
genden aan laatstbedoelde voorwaarden niet mochten
voldoen, zij, na op hunne kosten in gebreke te zijn
gesteld, voor eiken dag verzuim eene boete zullen
verbeuren van één gulden ten behoeve der gemeente
Breda
dat de betaling der koopsom zal geschieden bij de
onderteekening der koopakte ten kantore en tegen
kwitantie van den gemeente-ontvanger; en
dat de kosten van zegel, leges, registratie, over
schrijving in de openbare registers en alle andere