189 2 Juli 1898. «verkoopbedrag of eenige andere opbrengt, hoe ook genaamd. »Dat het gezegde personeel op voordracht van heeren «burgemeester en wethouders door den raad der gemeente «worde benoemd en alvorens in dienst te treden, bij eede «bevestige de betrekkelijke voorschriften als trouwe mannen «te zullen naleven, schijnt ons mede niet ongeraden toe. «Ter gemoetkoming in de door haar te bestrijden salarissen «en van verdere uitgaven, zou door de gemeente een matig «percentage van d%, koopprijzen kunnen worden geheven, «door de koopers gelijktijdig met de koopprijzen en tegen «contant geld te voldoen. «Een nauwlettend toezicht op de hoedanigheid van de aan «te voeren visch door een, op voordracht van heeren burge- meester en wethouders door den raad der gemeente te benoemen «alleszins bevoegden en beëedigden keurmeester, behoort o. i. «als eene onafwijsbare eisch te worden beschouwd. Evenzeer «de bepalingdat eventueel afgekeurde visch zonder recht van «verzet van of namens den inzender, en zonder eenige ver- «plichting tot vergoeding van diens schade voor zijne kosten «en onverwijld moet worden vernietigd. «Uit een oogpunt van zindelijkheid en om het afglijden «van de visch te voorkomen, dunkt het ons voorts wenschelijk, «de thans in gebruik zijnde licht roestbare ijzeren schotels «door rieten manden te vervangen, terwijl het ons mede nuttig «schijnt de vischmarkt telkens, terstond na afloop van den «afslag en van den verkoop op de vischbanken, te doen ont- «ruimen en met behulp van de waterleiding te doen reinigen. «Ook de ledige vischmanden zullen dan terstond van de «vischmarkt verwijderd en aan de respectieve eigenaars terug- «gezonden worden. «Verder zou het ter vereenvoudiging van de boekhouding «en voor eene coulante en vlugge afwikkeling van zaken «dienstig kunnen zijn voor te schrijven, dat de verkoöppen- «ningen van de aan den afslag verkochte visch zoo mogelijk «denzelfden dag of uiterlijk den eerst daaropvolgenden werk- «dag aan den heer commissaris der vischmarkt worden ter «hand gesteld, welke op zijne beurt gehouden zal zijn, die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 189