192
2 Juli 1898.
de voorzitter. Zij worden verdeeld onder den vischafslager,
de keurmeesters en de afdraagsters van de visch.
De heer Staal wijst erop, dat bovendien de koopers nog
1 cent per koop moeten betalen. Ook hierin is verandering
hoogst wenschelijk, omdat deze heffing niet gelijkmatig drukt,
aangezien het bedrag voor eiken koop gelijk is en niet
geëvenredigd aan de koopsom.
De heer Bloemarts betoogt, dat hem niet is mogen geluk
ken den historischen oorsprong van den vischafslag te achter
halen, doch hij meent daarin te moeten aantreffen een zucht
om de verkoopers te animeeren de visch hier ter stede ter
markt te brengen. De afslager is alzoo feitelijk alleen in
dienst van de verkoopers en nu komt het spreker voor, dat
bij de instelling eener vrije vischmarkt, de verkoopers voor
eigen rekening een afslager zullen aanstellen. De gemeente
heeft dan alleen te zorgen voor de noodige keuring. Op die
gronden geeft spreker in overweging, bij wijze van proef,
eene vrije vischmarkt in te stellen met behoud eener strenge
keuring, te meer nog, wijl hij zich niet gerechtigd acht, mede
te werken tot dergelijke groote uitgaven, als uit het voorstel
van de kamer van koophandel en fabrieken zullen voortspruiten.
Van het doen van groote uitgaven zegt de heer Ingen-
Housz is niets bekend, wijl elke berekening te dien opzichte
ontbreekt en de kosten wellicht voor een groot gedeelte
kunnen gedekt worden door de te heffen rechten.
De heer Bloemarts verklaart niet zoozeer op het oog te
hebben de uitgaven, verbonden aan de verbouwing, dan wel
de jaarlijks terugkeerende traktementen.
De heer Romrouts wijst erop, dat door het rapport van
de kamer van koophandel en fabrieken wordt bevestigd de
juistheid der meenimg, door burgemeester en wethouders
voorgestaan, dat de vischmarkt, zooals die thans geregeld