2 Juli 1898. 195 »Het behouden der beplanting op dit wegsgedeelte maakt «den weg aangenaam voor de wandelaars en doet dien weg shot landelijk karakter behouden. «Dit neemt evenwel niet weg dat in het onderhavige geval, »waar het betreft den aanleg van een weg, welke, heteij «direct of in de naaste toekomst, als publieke weg moet «worden beschouwd, het bezwaarlijk gaat, door het laten «bestaan van 2 of 3 boomen, den toegang tot dien weg te «belemmeren. «Het gaat, onzes inziens, niet aan die boomen vanwege «de gemeente, zonder eenige schadeloosstelling op te ruimen, «te meer omdat het hier betreft een privaat bezit van de «gemeente. «Wij geven U daarom in overweging te besluiten bedoelde «3 stuks lindeboomen aan adressant te verkoopen, met recht «tot rooien, voor f 40,zijnde dezelfde prijs als door de «Zuid-Nederlandsche stoomtramweg-maatschappij, in 1896, «betaald werd voor 3 boomen, van ongeveer gelijke grootte «op den Haagweg. De voorzitter vraagt, of de raad bereid is, overeen komstig het prae-advies. tot den voorgenomen verkoop te besluiten. Niemand daartegen bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 16. Prae-advies van burgemeester en wethouders alhier op het adres van J. van Tilburg, verzoekende een jaar uitstel tot het stichten van een gebouw op den door hein gekochten grond aan de Kloosterlaan, luidende als volgt: «Bij uw besluit van 3 Juni 1898 werd om prae-advies in «onze handen gesteld een adres van J. van Tilburg, win- «kelier, wonende alhier, verzoekende een jaar uitstel tot het «stichten van een gebouw op den door hem gekochten grond «aan de Kloosterlaan. «Bij raadsbesluit van den 29. Februari 1898 is aan J. van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 195