196 2 Juli 1898. ))Tilbur(i voornoemd verkocht een stuk gemeentegrond, groot »1 are 8 centiaren, onder verplichting, binnen twee jaar »na de dagteekening van het contract (14 April 1896), op den »gekochten grond een gebouw te stichten. sDe termijn van twee jaren is, op verzoek van den kooper, sin het contract opgenomen in afwijking van de aan anderen sverkochte stukken grond aldaar, waarvoor bedoelde termijn sop één jaar was bepaald. sDit had ten doel den kooper de gelegenheid te geven, »den grond van eene bestaande hovenierderij achter het sgekochte perceel, welke hem in eigendom behoort, met »het gekochte te vereenigen, wat in het algemeen belang szeer wenschelijk werd geacht. sDoor familie-omstandigheden schijnt adressant verhinderd geworden te zijn het bedoelde gebouw te stichten, terwijl »bet ons voorkomt, met het oog op den afvoer van faecaliën sen meststoffen, dat het alsnog in het algemeen belang swenschelijk moet worden geacht, dat bedoeld perceel, als seigendom, niet wordt gescheiden van de daarachter liggende shovenierderij. sOp bovenstaande gronden geven wij U in overweging saan adressant den termijn, omschreven in sub a van art. 2 svan het contract, met één jaar, alzoo tot den 14. April 1899, ste verlengencc. De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit voorstel kan vereenigen. Niemand daartegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt besloten aan J. van Tilburg voor noemd het gevraagde uitstel te verleenen tot 14 April 1899. 17. Adres van mr. D. Mounier te 's-Gravenhage, in hoedanigheid van gemachtigde van de erven van wijlen jhr. mr. E. A. J. D. Dibbets, d.d. 23 Juni 1898. daarbij in koop verzoekende een stuk gemeentegrond, gelegen achter

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 196