2 Juli 1898. 199 »aan te vliegen) allernauwst verwant is en mitsdien ook »meestal samen gaat met die om te bijten en omgekeerd. »Daarbij komt dat de gevraagde wijziging burgemeester »en wethouders telkens in een zeer moeielijk parquet »zoude brengen omtrent de vraag welke der maatregelen »door hen moet worden toegepast. Uit den aard der klacht »is het toch gewoonlijk zeer moeilijk zoo niet onmogelijk »a priori te kunnen constateeren dat een der voorgestelde zachtere maatregelen de veiligheid van personen in vol- >xlocnde mate zal beveiligen. »Op bovenstaande gronden heeft de commissie de eer Miwen raad in overweging te geven afwijzend te beschikken »op bovengenoemd request." Ed. GULJÉ. M. VAN DAM. PAUL BLOEMARTS. VV. INGENHOUSZ, rapporteur. De voorzitter dankt de commissie en in het bijzonder haren rapporteur voor het uitgebracht rapport en stelt voor om, overeenkomstig de conclusie daarvan, op het verzoek van den heer C. L. Schleijer voornoemd afwijzend te be schikken. Waartoe zonder bedenking besloten wordt. 2. Door den heer Slechtriem wordt namens de com missie, belast geweest met het onderzoek der rekening van het gemeente-pensioenfonds over 1897, gerapporteerd, dat die rekening door gemelde commissie is nagezien en in de beste orde bevonden, weshalve wordt voorgesteld haar goed te keuren. De voorzitter dankt de commissie en in het bijzonder haren rapporteur voor het uitgebracht verslag en stelt voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 199