ONTWERP. 30 Juli 1898. Tegenwoordig de heeren mr. M. P. M. VAN DAM, W. J. SLF.CHTR1EM, J. .1. NELISSEN, L. J. STAAL, A. J. REES, H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, W. G. H. ROMBOUTS, J. A. J. W. VAN HAL, A. P. SCHELTUS, B. C. VAN DONGEN, mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEYCHINÉ, F. J. M. HEIJ- LAERTS en E. H. A. GULJÉ, burgemeester, voorzitter. Afwezig de heeren mr. P. BLOEMARTS, A. J. A. VER- SCHRAAGE, mr. W. INGENHOUSZ en J. EL WITSENBORG. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 2 Juli 1898, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld. De voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een schrijven van den heer Verschraage, belichtende, dat hij wegens ambtsbezigheden verhinderd is de vergadering van heden bij te wonen. Alsnu stelt de voorzitter aan de orde A. Ingekomen stukken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 201