30 Juli 1898.
203
lid der gezondheidscommissie alhier door hem wordt aange
nomen.
De voorzitter stelt voor dit schrijven eveneens voor
kennisgeving aan te nemen.
Waartoe besloten wordt.
3. Adres van F. J. de Boode te Breda, d.d. 15 Juli 1898,
daarbij verzoekende om voor zijne woningen, gelegen onder
de gemeente Prinserihage nabij de suikerfabriek, eene stand
kraan van de waterleiding te plaatsen.
De voorzitter deelt mede, dat na de verzending der
convocatiebrieven nog is ingekomen een adres van ongeveer
gelijke strekking van Ch. Loijens, lucifersfabrikant, wonende
te Breda, daarbij ten behoeve van zijne fabriek, gelegen
onder de gemeente Beteringen, aansluiting verzoekende aan
de gemeentelijke waterleiding. Spreker stelt voor beide
adressen te verzenden naar burgemeester en wethouders en
de commissie van bijstand in het beheer der waterleiding,
ten einde daaromtrent te dienen van prae-advies.
Waartoe zonder bedenking besloten wordt.
4. Proces-verbaal van de op 25 Juli 1898 gedane kasop-
neming bij den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt, dat de
boeken regelmatig zijn bijgehouden en het onderzoek der
registers en bescheiden tot geene opmerkingen heeft aan
leiding gegeven, terwijl de ontvangsten hebben bedragen
over '1897 639 862,495 en over 1898 206 075,79, samen
ƒ845 938,285 en de uitgaven over 1897 ƒ627 564,345 en over
1898 200 072,34, samen 827 636,685, zoodat derhalve in
kas moest zijn eene som van 18301,60. Ten kantore van
den ontvanger is aanwezig bevonden een bedrag van ƒ18301.60,
welk bedrag overeenstemt met het hiervoor genoemde voor-
deelig saldo.