30 Juli 1898. 205 «behoeve der gemeente Breda geheven op de hoofdsom «der personeele belasting vijftig opcenten. »De gronden, waarop dit voorstel rust, zijn vervat in de «hierbijgaande memorie van toelichting". BREDA, 35 Juli i898. WITSENBORG. Bedoelde memorie van toelichting luidt als volgt «Uit de beraadslagingen van 16 Februari j.l. en uit daarop «gevolgde stemmingen is allerminst de gevolgtrekking te «maken, dat de meerderheid van den raad gekant is tegen «het heffen van opcenten op het personeel. Integendeel «ieder die het verhandelde onbevooroordeeld leest, zal tot «eene tegenovergestelde conclusie moeten komen. Alleen aan «een paar ongelukkige incidenten, die ik niet verder wensch «te releveeren, en aan de omstandigheid, dat een amen- «dement, als zoodanig, in stemming gebracht moet worden «vóór het voorstel waarop het betrekking heeft, is het te «danken, dat de tegenstanders dier opcenten toen de over- «winning behaalden. Het beginsel is daardoor niet uitgemaakt «en het is wenschelijk, dat zulks alsnog geschiede vóórdat «de begrooting voor het volgende dienstjaar wordt opgemaakt. «Door het getal opcenten te bepalen op vijftig, draagt mijn «voorstel een conciliant karakter, zoodat allen, die in beginsel «voorstanders zijn van het heffen dezer belasting, hun stem «daaraan kunnen geven. «Tot verdere toelichting van het voorstel zal ik den raad «niet vermoeien met het opnieuw bijbrengen van een reeks «cijfers. Ieder, die mijn vroegere cijfers wil toetsen aan de «werkelijkheid, zal met mij tot de conclusie komen, dat zij «hiermede vrijwel blijken overeen te komen. Zulk een on- «derzoek moet echter over een groot getal gevallen loopen «en strikt onpartijdig zijn anders kan men alles bewijzen. «Het resultaat van mijn onderzoek is dit «1°. Bijna algemeen ontmoet men bij de belastingschul- «digen groote ontevredenheid over de afschaffing der op- «centen, eene ontevredenheid die zeker niet altijd ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 205