214
30 Juli 1898.
Wordt overgegaan tot stemming.
Er worden uitgebracht 15 stemmen, waarvan 10 op den
heer Kuijlaars en 5 op den heer Verhagen.
Zoodat, met ingang van 1 September 1898, is
benoemd tot eersten onderwijzer aan de openbare
school voor kosteloos lager onderwijs aan de Nieuwe-
huizen alhier de heer H. Kuijlaars, thans 3de on
derwijzer aan de tusschenschool aan de Boschstraat,
op de aan die betrekking verbonden jaarwedde
overeenkomstig de bepalingen der verordening, re
gelende de jaarwedden van het onderwijzend per
soneel hij de openbare lagere scholen in deze ge
meente, vastgesteld 29 October 189*2 en gewijzigd
6 Februari 1897, in te gaan met den dag zijner
infunctietreding en met bepaling, dat de benoemde,
eervol ontslag verlangende, het verzoek daartoe min
stens drie maanden te voren behoort in te dienen.
De voorzitter dankt heeren stemopnemers voor het
door hen als zoodanig verrichte.
12. Geloofsbrief, met daarbij behoorende stukken, van den
heer J. H. Witsenborg, die bij de stemming op 5 Juli 1898
is gekozen tot lid van den raad dezer gemeente voor het
kiesdistrict III.
Op voorstel van den voorzitter wordt eene commissie
van drie leden benoemd tot het onderzoek der geloofsbrieven
en het doen van verslag, waartoe, op het verlangen van den
raad, dat deze commissieleden door den voorzitter zullen
worden aangewezen, door hem als zoodanig worden benoemd
de heeren Van Dam, Heijlaerts en Teychiné.
Deze commissie zich tot dat einde verwijderd hebbende,
wordt de vergadering voor een cogenblik geschorst.