218 30 Juli 1898. geheel aan dat college is overgelaten. Alleen zou het dage- lijksch bestuur eene proef willen nemen tot beperking der markturen van 9 tot 12. Mislukt die proef, dan kan daarop altijd nog worden teruggekomen. Op eene vraag van den heer Reigersman, waarom deze zaak dan toch bij den raad in behandeling is gebracht, antwoordt de voorzitter, dat het adres van de betrokken landbouwers aan den raad was gericht en dit adres in handen was gesteld van de kamer van koophandel en fabrieken alhier om prae-advies. Zonder verdere beraadslaging wordt alsnu het onderwerpelijke schrijven van burgemeester en wet houders voor kennisgeving aangenomen. 16. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 1 Juli 1898, n°. 861, betrekkelijk de uitbreiding van het onderwijzend personeel in de nuttige handwerken voor meisjes, luidende als volgt: »De noodzakelijkheid is gebleken tot versterking van het «onderwijzend personeel in de vrouwelijke handwerken aan «de tusschenschool aan de Boschstraat. Nog 39 meisjes «behoeven aldaar dat onderwijs, waarin te voorzien is door «alsnog eene onderwijzeres te benoemen. «Middelerwijl dit punt bij ons in overweging was, isinge- «komen een schrijven van mej. M. Df.vet, daarbij, om aan- «gevoerde redenen, verzoekende ontheven te worden van vier «lesuren op Woensdag- en Zaterdag-namiddag aan de open- «bare tusschenschool aan de Boschstraat. «Bestaat er geen bezwaar de gevraagde ontheffing te «verleenen, ook in de daardoor openvallende lesuren zal «moeten voorzien worden. «Onder overlegging der betrekkelijke bescheiden hebben »wij mitsdien de eer U beleefd in overweging te geven »te besluiten, dat het aantal onderwijzeressen in de hand-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 218