220 30 Juli 1898. Dit voorstel strekt om, met wijziging van het raadsbesluit van 2 Juli 1898 (zie gedrukte notulen pagina 182) te be palen, dat de kooper zal gehouden zijn om binnen het jaar na de onderteekening der koopakte niet drie doch twee van de bestaande gebouwen en wel de perceelen sectie A, nos. 4925 en 4926 te sloopen en op een deel van den verkochten grond, in vereeniging met die perceelen, gebouwen te stichten, waarvan de naar de openbare straat gekeerde gevels geene mindere hoogte dan acht meter boven de trottoir banden aldaar mogen hebben, zullende de slooping van de overige gebouwen, zooals aanvankelijk was bepaald, binnen 8 jaar na de onderteekening der koopakte moeten plaats hebben, terwijl met het bouwen van nieuwe woningen niet mag worden aangevangen, vóórdat de bestaande oude wo ningen zijn gesloopt. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt het onderwerpelijke voorstel goedgekeurd. 19. Prae-advies van burgemeester en wethouders op het adres van J. van Hooijdonk. landbouwer te Ginneken, verzoekende vrijstelling van de verbodsbepaling van de eerste alinea van art. 4 der verordening, regelende de bouwpolitie in deze gemeente, luidende als volgt »Bij uw besluit van 2 Juli 1898 werd om prae-advies in »onze handen gesteld een adres van J. van Hooijdonk, «landbouwer te Ginneken, eigenaar van de perceelen, ka- «dastraal bekend gemeente Breda, sectie B, nos. 3189 en «2153, thans in gebruik als hovenierderij, aan de Boschstraat «alhier, verzoekende vrijstelling van de verbodsbepaling van «de eerste alinea van art. 4 der verordening, regelende de «bouwpolitie in deze gemeente, tot het bouwen van 6 woon- «huizen, ter vervanging van de alsdan te sloopen hovenierderij. «Op de bij het adres overgelegde situatiekaart zijn de te «sloopen gebouwen met eene roode argure afgebeeld. «De gang naar de perceelen, waarop adressant de wor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 220