236 27 Augustus 1898. is tot het verleenen der gevraagde concessie mede te werken. Zonder bedenking wordt hiertoe besloten. 8. Ontwerp-besluit tot bevestiging van den pensioens grondslag van den heer dr. J. E. Couvée, leeraar aan het gymnasium alhier, luidende als volgt: «De raad der gemeente Breda; «Gezien het schrijven van den heer dr. J. E. Couvée. «leeraar aan het gymnasium te Bredavan den 14den Maart «1898, waarbij hij als leeraar voornoemd de bevestiging «wenscht van den vroegeren grondslag van diens bijdragen «aan het rijkspensioenfonds; «Besluit «den pensioensgrondslag van dr. J. E. Couvée, leeraar aan «het gymnasium te Breda, te bevestigen op de som van •»twee duizend twee honderd gulden (ƒ2200, Zonder bedenking wordt bedoeld ontwerp-besluit goedgekeurd. 9. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 11 Augustus 1898, n°. 1042, daarbij den raad aanbiedende het ontwerp van begooting der plaatselijke inkomsten en uitgaven dezer gemeente voor het dienstjaar 1899, vergezeld van de noodige toelichtingen en bescheiden. De voorzitter stelt voor. dat, evenals vorige jaren, de stukken worden gedrukt en de raad zich verdeele in drie af deelingen tot onderzoek dier begrooting. Daartoe besloten zijnde, wordt door ieder lid een nummer getrokken, waarna blijkt, dat de afdeelingen zullen zijn samengesteld als volgt: Eerste afdeeling, uit de lieeren F. J. M. Heijlaerts, mr. P. Bloemarts,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 236