246 27 Augustus 1898. zullen stemmen vóór1 het voorstel tot heffing van opeenten op het personeel. De heer Verschraage zegt, dat het oogenschijnlijk billijke ook hem bij vorige gelegenheden deed scharen aan de zijde van hen, die zich deden kennen als voorstanders van de af schaffing der opcenten op het personeel. Hoe onaangenaam het ook voor het gevoel moge zijn het eenmaal ingenomen standpunt te laten varen, verklaart spreker thans eveneens te zullen stemmen vóór het voorstel, omdat de ondervinding hem heeft doen inzien, dat hij aanvankelijk in zijne opvatting heeft gefaald. De heer IIeulaerts sluit zich aan bij de woorden van de heeren Scheltus en Verschraage. Het voorstel van den heer YVitsenborg om, te rekenen van 1 Januari 1899, ten behoeve der gemeente te heffen 50 opcenten op de hoofdsom der personeele belasting, wordt alsnu in stemming gebracht en aangenomen van 14 tegen 3 stemmen. Vóór stemden de heeren Bloemarts, Sleciitriem, Nelissen, Rees, Sassen, Lijdsman, Rombouts, Van Hal, Scheltus, Van Dongen, Verschraage, Heijlaerts, Witsenborg en de voor zitter. Tegen waren de heeren Staal, Teychiné en IngenHousz. B. Verslagen. 1. Door den voorzitter wordt namens burgemeester en wethouders verslag uitgebracht a. van de op 8 Augustus 1898 gehouden openbare aan besteding van het maken van overgangsputten en het leggen van eivormige cementriolen in den Haagweg, de aardebaan rechthoekig op den Tramsingel, den Academiesingel en de Spoorstraat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 246