ONTWERP. 17 September 1898. Tegenwoordig de heeren mr. P. BLOEM ARTS, W. J. SLECHTR1EM, L. J. STAAL, J. J. NELISSEN, A. J. REES, H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, W. G. H. ROMBOUTS, J. A. J. W. VAN HAL, A. P. SCHELTUS, B. C. VAN DONGEN, mr. A. REIGERSMAN, A. J. A. VERSCHRAAGE, mr. W. INGENHOUSZ, J. II. WITSENBORG, mr. M. P. M. VAN DAM, F. J. M. HEIJLAERTS en E. H. A. GULJÉ, burge meester, voorzitter. Afwezig de heer J. J. L. TEYCHINÉ. I De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 27 Augustus 1898. overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld. Alsnu stelt de voorzitter aan de orde A. Ingekomen stukken. 1. Brief en telegrammen van dankbetuiging voor de angeboden hulde aan Hare Majesteit Koningin Wilhelmina,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 249