17 September 1898.
255
J. H. van Mierlo en wijlen mr. A. Pels Rijcken, die indertijd
eveneens van bedoelde commissie deel uitmaakten.
Niemand der leden tegen het voorstel des voor
zitters eenige bedenking hebbende, wordt over
gegaan tot stemming.
De voorzitter verzoekt den heeren Scheltus en Van
Hal als stemopnemers te willen fungeeren.
Bij de eerste stemming worden uitgebracht 17 stemmen,
waarvan op de heeren Teychiné 7, Staal 4, Bloemarts 4,
Reigersman en IngenHousz ieder 1 stemmen.
Niemand de volstrekte meerderheid van stemmen ver
kregen hebbende, wordt tot eene tweede vrije stemming
overgegaan.
De heer Heijlaerts komt inmiddels ter vergadering.
Er worden uitgebracht 18 stemmen, waarvan 13 op den
heer Teychiné, 4 op den heer Bloemarts en 1 op den heer
Staal.
Zoodat de heer J. J. L. Teychiné is benoemd tot
lid der commissie voor het scheepvaartkanaal.
Alsnu wordt overgegaan tot de benoeming van een tweede
lid van gemelde commissie.
Er worden uitgebracht 18 stemmen, waarvan op de heeren
Staal 8, Bloemarts 8, Reigersman en Teychiné ieder 1
stem.
Niemand de volstrekte meerderheid van stemmen ver
kregen hebbende, wordt tot eene nieuwe vrije stemming
overgegaan.